Profetie
“tot dit doorbloede woord hen plots komt aangewaaid”
Ezechiël 37:1-14
in de brandende woestenij werd de lucht gebakken
en smaakte de sfeer naar het geschroeide stof
terwijl in deze dorre doodsvallei het leven zich verdampte
hielden de gebeenten zich steenhard op de vlakte
bij een fata morgana zonden ze in een bedrieglijke waan
tot dit doorbloede woord hen plots komt aangewaaid
als een wadi stormt het met geraas naar binnen
en druist en wervelt het beenderen aaneen
gespierde taal spreekt gedaanten in levende lijven
met bestemde menselijkheid en vervulde hoop
bij deze bron van levend water welt een lied van dank
Jaap Wisse